Tekst
zeelied
"Hellen’s Lied van de Zee" (Volkslied, circa 1500) O luister, o vrienden, naar 't roepende lied, De golven zij zingen, het zeewindje biedt. Schipperes Hellen, stoutmoedig en vrij, Zij leidt onze schepen, naar 't nieuwe nabij. Refrein: Hellen, Hellen, dapp’re vrouw van de zee, Brengt ons naar landen, onbekend en okay! De sterren, zij stralen, de zee is ons thuis, Met Hellen aan 't roer, varen wij voor geen kruis. De schepen, zij dansen op golven van blauw, Met stormen en zon, in vreugd en in rouw. Hellen, zij roert met een hand sterk en snel, De zee is haar bondgenoot, machtig en fel. Refrein Hellen, Hellen, dapp’re vrouw van de zee, Brengt ons naar landen, onbekend en okay! De sterren, zij stralen, de zee is ons thuis, Met Hellen aan 't roer, varen wij voor geen kruis. Waar zonlicht de branding op vreemde kust slaat, Met hoop in ons hart, en met vreugde op straat. Hellen, ons licht, in 't duistere uur, Zij toont ons de wegen, vast als een muur. Refrein Hellen, Hellen, dapp’re vrouw van de zee, Brengt ons naar landen, onbekend en okay! De sterren, zij stralen, de zee is ons thuis, Met Hellen aan 't roer, varen wij voor geen kruis.